Poetsen
Poetsen. Schoonmaken. Een noodzakelijk iets. Waar de mens ook maar gaat of staat, leeft en zich beweegt, daar maakt hij zijn omgeving vuil. Niet alleen in de heimelijkheid komt er vuiligheid uit de mens voort. Zonder het zelfs maar te willen of te merken, bevuilt de mens bij alles wat hij doet zijn omgeving. De mens maakt zelf zijn eigen omgeving voor zichzelf onleefbaar. Hij komt om in zijn eigen vuil.
Ook de aarde zelf is nu niet bepaald een “schone” plaats. Ook zonder enige activiteit van de mens wordt alles vanzelf stoffig, verrot en vergaat het. Alleen door hard werken is het mogelijk om voor enige tijd iets, wat voor de mens leefbaar is, in stand te houden. Zonder onderhoud gaat alles, zonder enige slopende hulp door menselijke aanwezigheid, teloor en verdwijnt vanzelf in het stof.
In zonde gevallen
We begrijpen natuurlijk dat dit de uitdrukking en de consequentie is van de zonde. Deze aarde is in zonde gevallen en hoewel de HEERE God haar tot een bepaalde maat en met een bepaald doel weer heeft hersteld, woekert de zonde in haar voort. Niet te stuiten.
Zo ook in de mensheid die afstamt van de eerste Adam. Van nature kan de mens niets anders voortbrengen dan narigheid. Al ziet het er voor het oog “schoon” uit, wij zijn van nature zondaren en produceren zonden. Ook al heeft het de “schone” schijn van goede daden. Een appelboom produceert appels. Hij kan niet anders. Een zondaar produceert zonden. Hij kan niet anders.
Een andere boom door wedergeboorte
Als wij willen dat er werkelijk iets goeds uit ons voortkomt, dan moeten wij een andere boom worden. Een boom met een andere oorsprong. Een boom die andere vruchten geeft. Een boom met zijn oorsprong in een andere wereld. Een boom met zijn wortels in een andere aarde.
Door geloof in de HEERE Jezus Christus worden we wedergeboren in een Nieuwe Schepping. We worden door vertrouwen op Hem, uit Hem geboren. Hij is de Adam van een nieuwe wereld. Hij is de Adam van een andere aarde. Die wereld is zeer “schoon”. Een wereld zonder zonde, zonder verderf of verval. De wereld “in dewelke gerechtigheid woont” (dat is “eeuwig blijft”). (2 Petrus 3:13)
Poetsen
Even terug naar het poetsen. Het is een algemeen verschijnsel dat wij mensen nogal een hekel hebben aan schoonmaken. Aan poetsen en boenen en herstellen. We beschouwen schoonmaakwerk over het algemeen gesproken als nogal minderwaardig werk. Zonde van onze tijd, vermoeiend en vies werk. We laten dat liever aan anderen over. En ook degenen, die al die noodzakelijke vieze werkzaamheden dan voor ons opknappen, zien we als mensen met een minderwaardig bestaan. Mensen die ons vuil weghalen, worden weggezet als eigenlijk een beetje dom; mensen die niet anders kunnen. Het zijn mensen die nooit wat geleerd hebben en “laag zijn opgeleid”, wordt er gezegd.
Het vreemde is echter dat wanneer iemand, die we op die manier beschouwen, ons dit zware en vieze werk uit handen neemt, wij met die persoon zeer zijn ingenomen. We zijn hem of haar dan dankbaar en blij dat alle viezigheid is opgeruimd. Dat iemand dat moeilijke werk voor ons gedaan heeft en wij de dans ontsprongen zijn. We gaan hem of haar hogelijk waarderen.
De wet
We begrijpen dat ook dit de uitbeelding is van Geestelijke, hogere dingen. Zelf poetsen, alles schoonhouden en mooi toonbaar houden, is gelijk aan een leven onder de wet. Daarbij moet een mens zorgen dat alles wat met hemzelf te maken heeft er goed en voor anderen aanvaardbaar uitziet. Dat is een heel vermoeiend leven en ook heel ondankbaar leven. Want het zal telkens weer blijken dat we niet voldoende kunnen poetsen. Er blijft altijd wel iets aan mankeren.
Onze Verlosser
Wij worden verlost van dat altijd maar poetsen, van een leven onder de wet dus, als wij dat schoonhouden aan Iemand anders overlaten. Wij mogen dat overgeven aan de HEERE Jezus Christus. Hij reinigt ons van alle ongerechtigheid, waardoor wij worden verlost van een leven onder de wet. Hij reinigt ons. Hij heiligt ons. Hij roept ons zelfs op om al onze lasten en moeiten bij Hem neer te leggen. En als wij zien en beleven hoe hij ons reinigt, hoe Hij ons aanvaardt en ons leert om onszelf en ook anderen te aanvaarden, dan gaan wij Hem op het hoogst waarderen. Dan zijn we blij en dankbaar, dat er Iemand is die alle vuiligheid uit ons leven verwijdert en het daarvoor in de plaats glans en vreugde geeft.
Degenen die de HEERE Jezus Christus niet willen kennen als de Reiniger van hun harten, zullen op Hem neerkijken. Wie is er nou zo gek dat Hij de rommel en viezigheid van anderen opruimt? Wie doet er nu boete voor iets wat je niet zelf misdaan hebt? Wie laat zich beschuldigen, zonder zich te verdedigen? Wie zwijgt stemt immers toe? Wie laat zich bespugen, slaan en kruisigen, zonder terug te slaan? Nee, in de wereld stel je dan niet veel voor.
Gereinigd met Kracht
Maar voor ons, die Hij reinigt, is Hij de grootste en meest samenbindende Kracht denkbaar. Wij geven ons over aan Zijn reinigend werkende Kracht en danken en eren Hem daarvoor. En het resultaat van al Zijn arbeid zal overweldigend “schoon”, blinkend en glanzend zijn. Tot eer van Hem en daardoor ook van ons.
Johannes 13:4-10
Stond op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek, omgordde Zichzelven. Daarna goot Hij water in het bekken, en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met den linnen doek, waarmede Hij omgord was.Hij dan kwam tot Simon Petrus; en die zeide tot Hem: Heere, zult Gij mij de voeten wassen? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan. Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij. Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd. Jezus zeide tot hem: Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen, maar is geheel rein.
Efeze 5:25-27
Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven; Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord; Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.
Hebreeën 10:21-22
En dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods; Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
Lukas 6:43-44
Want het is geen goede boom, die kwade vrucht voortbrengt, en geen kwade boom, die goede vrucht voortbrengt; Want ieder boom wordt uit zijn eigen vrucht gekend; want men leest geen vijgen van doornen, en men snijdt geen druif van bramen.
Mattheüs 7:17-18
Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen.
1 Petrus 2:23
Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt;
Poetsen
De kroon waardig